Facebook aan banden leggen; deel 4
Helemaal eens ben ik het met het doorwrochte opinie-stuk van Chris Hughes, in The New York Times van zondag 12 mei 2019! Het stuk getiteld ‘It’s Time to Break Up Facebook’ in het ‘Sunday Review’-katern omvat drieënhalve pagina’s, inclusief de halve pagina opinie van Nick Clegg, die ‘vice president for global affairs and communications for Facebook’ is. In de ondertitel van zijn stuk zegt Hughes dat het bedrijf dat hij Mark Zuckerberg hielp op te bouwen een bedreiging is voor de economie en de democratie. Clegg daarentegen is de mening toegedaan dat, zoals niet anders valt te verwachten, ‘Breaking Up Facebook Is Not The Answer’.
Op de tweede pagina van het krantenartikel staat een foto uit 2004 van twee ‘broekies’ met hun laptops, op de universiteit van Harvard. Het zijn Zuckerberg en Hughes die rond die tijd de basis legden voor Facebook. Hughes stapte er na een decennium uit, en werd het totaal oneens met de manier waarop Facebook zich verder ontwikkelde. Nu schrijft hij dat het bedrijf is uitgegroeid tot een leviathan – een soort monster – dat ondernemerschap dwarsboomt en klantenkeuze beperkt. En inderdaad, voor je digitale sociale communicatie heb je tegenwoordig niet veel andere keuze dan Facebook, of de broertjes daarvan, namelijk WhatsApp en Instagram. Voldoende bescherming van je privacy lapt Facebook keer op keer gewoon aan z’n laars.
Facebook heeft zich in de ogen van Hughes ontwikkeld tot een wereldomvattende monopolie voor social networking, die je aan banden moet leggen. Door de overheid. Want voor strengere regels is Facebook niet bepaald bang. Hij sluit zijn opiniestuk af met: ,,Mark Zuckerberg cannot fix Facebook, but our government can”.